Beknopte geschiedenis van arboretum Kapelleberg
In 1935 kocht Renaat Van den Bussche een landbouwterrein net buiten Leuven. Mettertijd werd het terrein volledig beplant met allerhande zeldzame planten. Onder meer door zijn contacten met arboreta in binnen- en buitenland heeft hij stap voor stap de basis gelegd voor wat de tuin vandaag is: een bijzondere en opmerkelijke verzameling. De vruchtbare bodem en het gunstige microklimaat maken van de tuin de thuis van een aantal merkwaardige en opvallende bomen.
Zijn zoon Emiel, die in 1996 overleed, heeft zorgvuldig het onderhoud en de uitbreiding van de beplanting voortgezet. Meer dan 500 merkwaardige bomen werden gemeten en van een nummerplaatje voorzien.
Een aantal van de bomen op Kapelleberg is enorm levenskrachtig. Zo haalt de grote Quercus castaneifolia een gemiddelde groeisnelheid van ongeveer 8 cm per jaar. Op 30 jaar tijd is die van 149 cm omtrek naar 375 cm gegroeid. Daarmee steekt hij zijn soortgenoten van Groenendaal en Tervuren voorbij, terwijl die toch 40 à 50 jaar ouder zijn. Dergelijke groei verwacht je normaal enkel bij Sequoiadendron giganteum en Sequoia sempervirens. Van die laatste staat er een mooie groep achteraan in de tuin. Mettertijd zijn er ook een aantal bomen verdwenen, door lichtgebrek, de droogte van de afgelopen jaren, of door aantastingen. Een arboretum leeft en evolueert mee met de bomen die er staan. Er staan nog steeds een aantal zeer bijzondere en soms zelfs unieke bomen bij mekaar.
Ook op esthetisch vlak is de tuin de moeite waard. Het is duidelijk merken dat hij uit een bepaalde periode stamt waardoor de tuin op het eerste zicht een beetje uit de mode lijkt. Nochtans is dit een tuin die zowat elke rage en tuinmodes overleefd heeft zonder zijn eigenheid te verliezen. Gedeeltelijk komt dit door de ruime variatie in beplanting. Welke planten op een bepaald ogenblik ook populair waren of zullen zijn, ze zijn vertegenwoordigd in de collectie. Denk daarbij gerust aan de Albizzia julibrissin die met een omtrek van ruim een meter en een hoogte van 15 meter met voorsprong Belgisch kampioen is. Het is niet de enige boom in de tuin die voor België de grootste van zijn soort is.
De gelaagde opbouw van de percelen in een boomlaag, een struiklaag en een kruidlaag geeft deze plaats een natuurlijke uitstraling die in tegenspraak is met de vaak exotische plantenkeuze. Een ander voordeel van deze gelaagdheid is zeker dat op deze manier een zo groot mogelijke verscheidenheid op een beperkte ruimte is bereikt. En dat de ene plant de andere beschut, wat gedeeltelijk verklaart waarom hier planten groeien en bloeien die elders niet of nauwelijks winterhard zijn.
In tussentijd, bijna 90 jaar na het eerste begin, wordt de tuin beheerd en opnieuw bewoond door de vierde generatie Van den Bussche. Het huis is helemaal gerenoveerd en langzamerhand vindt ook de tuin een nieuw leven. De zichtassen die open gemaakt worden, verbinden de tuin opnieuw met het omliggende landschap.